Het departement Aisne (02) staat in cijferorde bijna vooraan in de lijst van Franse departementen. Het moet alleen het rugnummer 01 Ain (Jura) voor zich laten. Op het gebied van diversiteit in toerisme mag het ook op een topplaats rekenen. Er zijn kathedralen (Laon, St.-Quentin, Soissons), versterkte kerken, het oorlogsgebeuren van Wereldoorlog I en de lekkernijen om van te watertanden (Maroilleskaas, champagne van de Marne). Aisne omarmt ook de cultuur van de Franse taal. In het zuidelijke deel van Aisne komen we niet alleen Racine tegen, maar ook Alexandre Dumas en Jean de La Fontaine.
Villers-Cotterêts
Villers-Cotterêts is nu een vredig stadje met ongeveer 10.000 inwoners. Gelegen in het bos van Retz, groeide het rond het kasteel. Dit renaissancekasteel, gebouwd rond de jaren 1530, was een van de weinige koninklijke residenties in Picardië. De stad en het kasteel kenden hun bloei door de passie voor de drijfjacht van François I. Zijn naam blijft verbonden aan het Koninklijk Besluit van 1539 dat hij hier in het kasteel ondertekende waardoor Frans de officiële taal van de overheid en de rechtspraak werd en zo het Latijn en de regionale talen verdrong. Het kasteel bleef tot de revolutie koninklijk bezit en werd vervolgens nationaal eigendom. Het werd nadien een kazerne en een opvangtehuis voor daklozen. Het verval begon toen al. Van 1889 tot 2014 was het een bejaardentehuis. Wat er nadien kwam, vertel ik later.
Alexandre Dumas
De schrijver Alexandre Dumas werd in het stadje geboren in 1802. Zijn vader was een onwettige zoon van een markies en diende in het leger als generaal. Hij stierf als Alexandre 4 jaar was. De jongen werd verder opgevoed in weinig gunstige omstandigheden en kreeg weinig opvoeding. Na een eerste toneelstuk en een beetje succes legde hij zich vanaf 1839 toe op het schrijven van historische romans. Zo kregen we ‘De drie musketiers’, ‘De graaf van Monte-Cristo’ tot ‘De zwarte tulp’. Verschillende huizen in het stadje hebben nog een connectie met de schrijver. Door de goede ligging waren hier in Dumas’ tijd heel wat hotels. Zijn standbeeld is niet meer het originele. In WOI werd het hele monument door de Duitsers van de sokkel gehaald en omgebouwd tot oorlogstuig. Alleen de pluim in de hand zou nog origineel zijn. De Duitsers beten hun tanden stuk op het verzet van het Franse leger en werden tegengehouden in het bos van Retz. Het oorlogsmonument toont hiervan een bijzonder mooie allegorie van het woud van Retz, een vrouw staat rechtop op een stuk boomstam, ze houdt haar mantel open en onder haar zie je de twee soldaten die in profiel zitten, wat eiken- en lauriertakken en het Oorlogskruis.
La Cité Internationale de la langue Française
In 2018 werd de restauratie van het kasteel toevertrouwd aan het Centre des Monuments Nationaux en in oktober 2023 werd door de Franse president La Cité de la langue Française officieel geopend. Deze Cité combineert een verscheidenheid aan activiteiten, gericht op een creatieve, participatieve en feestelijke benadering van de taal.
Begin op het binnenplein waar je een lexicale hemel kan bewonderen, een atrium van 10 m hoog met een verscheidenheid aan woorden. De woorden (ongeveer 100 in totaal) werden gekozen door de Cotteréziens, zoals de inwoners heten, woorden die zij associëren met de Cité. Het is geen museum, eerder een experience. De introductie over het kasteel is gratis toegankelijk. Het te betalen deel bestaat ruwweg uit 3 secties in 15 zalen. Het is een speels parcours met meer dan 60 audiovisuele en interactieve middelen. Een ontdekkingsreis door de onbekende, rijke wereld van de Franse taal.
Sectie 1 Frans, een wereldtaal
Als in een luchthaven nodigt een groot vetrekbord met een monumentale projectie van Franstalige bestemmingen je uit om op reis te gaan naar de wereldtaal die Frans is.
Sectie 2 Frans, een voortdurende uitvinding
Een taal in beweging, de oorsprong van woorden wordt weergegeven.
Sectie 3 Frans, een Staatszaak
Hier staat de plaats van de taal in de samenleving centraal.
Amuseer je door je perfecte boek te vinden in de ‘tour bibliothèque’ na het oplossen van 5 vragen. Hoor de bekendste Franse chansons en doe mee met een reusachtige woordzoeker. Merk op dat bekende begrippen in het Frans niet overal in het land dezelfde zijn: pain au chocolat is bv. chocolatine ergens in het zuiden.
Eindigen doe je in de mooi gerestaureerde kapel en zie hoe de koning als teken van macht zijn emblemen (salamander, fleur-de-lys en gekroonde initialen) door christelijke symbolen liet vervangen.
Een mooie shop en een cafetaria zijn een bezoek waard.
Château-Thierry: van fabels tot champagne
De streek rond Château-Thierry wordt ook aangeduid als Les Portes de la Champagne. De stad ligt in het hart van de wijngaarden in de vallei van de Marne en heeft een rijk verleden. In de zomer van 1918 werd rond de stad fel gevochten. Dat getuigen de vele oorlogsmonumenten, de meeste geven de aanwezigheid van de Amerikaanse troepen weer. Boven op Hill 204 waakt een immens Amerikaans monument over de stad en in Bois-Belleau kom je het Marinesmonument en een Amerikaanse begraafplaats tegen. Een tweede Amerikaanse begraafplaats is ongeveer 30 km verder. In de stad met ongeveer 15.000 inwoners is ook nog een protestantse Amerikaanse kerk.
Maison Pannier
Maison Pannier is al sinds jaren de vaandeldrager van de champagnenijverheid in de stad. Louis-Eugène Pannier stichtte het huis in 1899 in Dizy, dicht bij Épernay. Door een gebrek aan stockageruimte verhuisde men in 1937 een deel van de site naar Chateau-Thierry waar men oude steengroeven uit de 12de eeuw vond, dertig meter onder de grond en grillig kronkelend over 2,5 km. Dit zijn de kalkstenen plaatsen waar nu Pannier rijpt. In een van de galerijen vond men ooit de gravure van een boogschutter, nu het logo van het merk. De kalksteen geeft de ideale temperatuur. De handmatige remuage wordt hier nog af en toe gedaan in de houten pupitres. Meestal gebruikt men nu de automatische gyropaletten. Pannier gebruikt drie druivenrassen: Pinot Noir, Meunier en Chardonnay. Naast champagne maakt Pannier ook Ratafia de Champagne, een zeldzame versterkte wijn, zacht en zoet met een alcoholgehalte tussen 16 en 20%. Op geregelde tijdstippen kan je de kelders bezoeken met een gids.
Jean de La Fontaine
In Château-Thierry kan je niet voorbij Jean de La Fontaine, een der groten uit de Franse literatuur en geboren en getogen in het stadje. In 1621 werd hij hier geboren in een begoede familie. Zijn vader was jachtopziener, een taak die Jean ook even deed, hij observeerde de dieren en later haalde hij er inspiratie voor zijn fabels. Hij begon op zijn 28ste te schrijven, maar de eerste fabels ontstonden pas in 1668. Hij schreef ze in delen, meestal in dichtvorm en er zijn er ongeveer 243 die zijn naam dragen. De moraal van de fabels is zeer intens en dikwijls is er ook een sneer naar anderen (bv. adel). Je kan de fabels kritische satires noemen. Jean had in en rond de stad een liederlijk leven en zo ook financiële hoogtes en laagtes. In de stad zijn er verschillende huizen waaraan de schrijver gelinkt is. Het museum in zijn geboortehuis krijgt nu een volledige make-over en zal klaar zijn tegen de lente van 2025.
Het kasteel van de stad
Het kasteel van de stad gaat terug naar de middeleeuwen en alleen de ondermuren staan nog recht. Het domein van 2,5 ha is wel een mooi wandelgebied nu en start bij de Porte St.-Jean, de enige overblijvende stadspoort. Rond een deel van het kasteel zie je ook mooie borden met replica’s over de fabels van Gustave Doré, ook uit de buurt en een kunstenaar, graveur uit de 19de eeuw, die dikwijls het werk van La Fontaine bewerkte. Zelfs in het stadscentrum ademt alles La Fontaine. Aan schoolkinderen werd gevraagd om eigentijdse fabels te maken en zo kom je onder meer een fabel tegen van de Tasmaanse duivel en de papegaai.
Antwerpse dierentuin
Misschien herinneren sommigen zich nog de Baby Zoo in de dierentuin van Antwerpen, voltooid in 1939 ergens omgeving Ommeganckstraat, een speeltuin met zandbakken, een verblijf voor boerderijdieren, looprennen met schapen en geiten voor de kinderen en tegen de muur enkele kooien. Hierin als decor voor de levende dieren, muurschilderingen van de Franse kunstenaar Robert Landas met enkele La Fontaine-fabels zoals De duif en de mier, De vos en de raaf en De vos en de ooievaar. Nu is dat allemaal al lang verdwenen.
Foto: Archief Zoo Antwerpen.
Johan Daisne
Nog een laatste anekdote: onze Vlaamse schrijver Johan Daisne (pseudoniem voor Herman Thiery) had ook iets met de stad. Zijn verre familie kwam van Château-Thierry. Daisne is een link naar het departement Aisne.
Het departement is nog wat onbekend, maar biedt echt voor elk wat wils. Maak een kleine, mooie, circulaire wandeling van 5 km in Trélou-sur-Marne, ongeveer 20 km buiten de stad, richting Reims. Met een hoogteverschil van 100 m kom je hier op een mooi plateau tussen de wijngaarden, mooi in elk jaargetijde. Je ziet de Marne kronkelen en in de verte het grote oorlogsmonument van Dormans, de startplaats voor een volgende ontdekkingstrip. Aisne bereik je al na een viertal uurtjes rijden.
Goede uitvalsbasis: Best Western Ile de France, Château-Thierry.
www.lesportesdelachampagne.com
Tekst en foto’s: G. Charrin