Met ‘Dances’ leidt The Antler King je stapje voor stapje door een bijzonder muzikaal universum
Hoe gaan muzikanten om met tijden waarin aan hun diepste kern geraakt wordt en ze niet meer erkend worden in hun creatieve vakmanschap? De ene schrijft vlammende epistels naar de media, de andere hangt zijn gitaar aan de haak en een derde denkt: foert, ik blijf koppig mijn ding doen, blijf muziek maken en dein mee met de golf.
Tot die laatste categorie behoort The Antler King, de band waarmee Maarten Flamand en Esther Lybeert nu al ruim een decennium lang muziek maken. Het is een mooi huwelijk, en niet enkel in de muziek. Met ‘Dances’ zijn ze aan hun vierde full album toe. Negen jaar na het titelloze debuut en vier jaar na ‘Ten For A Bird’ presenteren ze met ‘Dances’ een werkstuk dat alweer, genuine The Antler King is. Een album waar het experiment niet geschuwd wordt en waar zowel Lybeert als Flamand de ruimte nemen om hun persoonlijke muzikale muzes te eren. ‘Dances’ spat van de inspiratie en fijne composities. Een compromisloze, eerlijke plaat zonder commerciële toegevingen. The Antler King toont nogmaals dat een eigen smoel hebben niet automatisch wil zeggen: onbeluisterbaar. Integendeel. Met ‘Dances’ breidt de band een mooi vervolg aan hun al kleine, maar vrij indrukwekkende oeuvre.
Allkinds mocht samen met Esther en Maarten het luik van ‘Dances’ al eens oplichten, enkele dagen voor de albumrelease.
Vanwaar de groepsnaam eigenlijk?
Esther: “Ik weet het eigenlijk niet zo goed meer. (lacht) We waren aan het associëren en het klonk bijzonder goed. Letterlijk vertaald ‘De koning der geweien’. Je moet er niet teveel achter zoeken, het is poëtisch gericht. Je moet er steeds wel ‘The’ voor zetten, anders kom je via Google bij een Amerikaans veevoederbedrijf (Antler King) voor rendieren terecht.”
Ondertussen het vierde full album, is er muzikaal een evolutie te schetsen?
Maarten: “Ik heb het gevoel dat we bij het vorig album écht onze sound gevonden hebben. Bij de vorige plaat zijn we met ons getweeën heel duidelijk live beginnen spelen met onze eigen sound, in onze eigen set-up. Daar zijn we zeer creatief mee.”
Esther: “We doen meer en meer ons goesting. Het eerste album staat wat los van de andere albums. Je bent nog jong en je wil dat iedereen het mooi vindt. De andere albums zijn altijd een stapje meer in de richting van ‘we doen nog wat meer ons goesting’.
Als mensen voelen dat we iets gemaakt hebben vanuit ons buikgevoel, dan komt het altijd beter over dan dat we iets proberen te doen wat we eigenlijk niet zijn.”
Dat buikgevoel blijft toch iets essentieels.
Esther: “ We hebben jaren geleden een plaat opgenomen en die niet uitgebracht, eigenlijk in de vuilbak gesmeten. Zo consequent zijn we. Als we het niet voelen, dan doen we het niet.”
De albumtitel ‘Dances’, covert een aantal nummers die naar een dans genoemd zijn. Waarom die specifieke dansen? Jullie hadden ook kunnen kiezen voor een Jive, Limbo of Rumba?
Maarten: “Het is om een wereldje in ons hoofd te creëren.”
Esther: “In aanvang wilden we een klein beetje dansbaarder zijn à la The Antler King, we zijn geen techno groep. Voor ons was het iets ritmischer, iets dansbaarder denken. De titels zijn dans gerelateerd, de nummers hebben daarentegen niet letterlijk met de dans te maken. In de tekst zijn er soms verwijzingen waarbij er uitdrukkingen gebruikt worden waarin een dansterm verwerkt is.
In ‘Foxtrot’ heb je de lyric ‘Let’s foxtrot oscar out of here’. Dat is eigenlijk….ja…’fuck off’! (lacht)
‘Trip the light fantastic’ is een uitdrukking die verwijst naar al zwevend over de dansvloer gaan in een ballroomdans. Dit geldt ook voor ‘Pavement Polka’, het is elkaar tegenkomen op het voetpad en allebei naar dezelfde kant gaan om elkaar te laten passeren, net altijd de verkeerde beweging. Een vrolijke, maar ook een wrange dans. We dansen vrolijk in deze wereld die naar de kloten draait.”
Maar toch met een positieve noot…
Esther: “Positief met een opgeheven hoofd.”
Maarten: “Uiteindelijk wel positief met de bedoeling nooit te zwaar willen worden. Er zit altijd wel een vorm van serieus in, bezorgdheid om het klimaat en om wat er in de wereld gebeurt. Die knipoog moet altijd aanwezig blijven.”
De clips van ‘Bolero’ en ‘Swing 448’ wekken een goedgezindheid op bij het zien van de nostalgisch gesynchroniseerde beelden.
Esther: “Ik ben een beetje creatief geweest. Live gaan we tevens met visuals werken. De tekeningen van de albumhoes zijn gemaakt door mijn nicht Steffie Van Cauter. Ze heeft een aantal jaren geleden dagboekfilms gemaakt, getekende animatie. Ze tekende elke dag, en zo verzamelde ze uren animatiefilm. Daar ben ik nu uit aan het plukken om clipjes te maken en visuals te monteren voor de live shows. Het is fijn om nu radicaal naar het getekende en de animatie te gaan. We wilden al lang samenwerken, dus dit was de ideale gelegenheid.”
Er zijn ook dieren bij de zaak betrokken, zo te horen.
Maarten: “We zijn drie jaar geleden verhuisd naar een groenere omgeving, komende van de stad Gent. In coronatijd zijn we veel beginnen wandelen en hebben we gemerkt dat er veel dieren zijn in onze omgeving. En….euh….ze zijn op onze plaat beland!” (lacht)
Esther: ”Twee percelen verder is er een wei en daar staat Bob, de ezel. Achter ons is een bos, en daar is er een haan Colorado, die belandde ook op onze plaat. De haan is ondertussen al wel dood…”
Ik wou net de bedenking maken, die dieren worden toch beloond voor hun inbreng?
Esther: “Misschien moet ik ze auteursrechten geven!”
Alleszins leven de dieren verder op jullie plaat.
Maarten: “Als je zeer goed luistert, hoor je stil op de achtergrond ook kikkergeluiden op het album.”
Esther: “Field recordings.”
Op jullie Facebook passeren fotoshoots in een kleurrijke tuin.
Maarten: “Het is in de natuurlijke tuin d’Ost (Destelbergen), waar Colorado geleefd heeft. De eigenaars waren zo vriendelijk om een brugske over de gracht te bouwen, en zo kunnen we in die tuin gaan wandelen. Een supermooie oase met vijvers.”
Esther: “De fotoshoot was tijdens het voorjaar, toen alles mooi in bloei stond, zeer licht en kleurrijk. Fotograaf Carmen De Vos gebruikte een polaroid, omdat dit toestel een toffe vuile korrel weergeeft. Het geeft een soort oudheid weer, dat is altijd iets waar we naar terug grijpen. We grijpen vaak terug naar oude muziek en als er wat ruis op staat, vinden we dat tof, zo ook met het beeld.”
Eigenlijk is jullie buurt mee betrokken in het album.
Esther: “Klopt.”
‘Bolero’ heeft een mooie real live gitaarsound met een vleugje Hooverphonic vibes.
Maarten: “Ik versta die vergelijking volledig, maar the sound is daarom niet door Hooverphonic beïnvloed. Ik denk dat de gitaarsound van Hooverphonic ‘ook’ beïnvloed is door iets anders.
Met Spring Reverb en gitaar tremolo arm zit je onmiddellijk in de spaghettiwestern sfeer.”
‘Swing 448’ maakt me nieuwsgierig naar de betekenis van het getal.
Esther: “Op elk album hebben we al een cijfer verwerkt, vandaar. Het is een folieke, het cijfer komt zeer vaak terug, ofwel 1448 of 448. Wakker schieten in het midden van de nacht en het is 4u48. Maarten vraagt me hoe laat het is en het is 14u 48. Het is geen bijgeloof, maar spielerei. We hebben ook eens 1448 euro van de belastingen teruggetrokken! Echt waar! “
Maarten: “Onlangs draaide Radio 1 ‘Swing 448’ op de radio. Ik ben de playlist gaan checken en het was om 14u48! We lachen er zelf een beetje mee.”
Esther: “Bij ieder album denken we, waar gaan we het cijferke zetten, of bij welk liedje gaan we het zetten? Of waar gaan we het cijfer verbergen in het artwork?”
Dus bij jullie volgend album, ga ik alvast op zoek naar het cijfer.
Maarten: “ Ja hoor, we wijken daar niet van af.”(lacht)
‘Foxtrot’ neigt naar Afrikaanse invloeden, een weids nummer met stevige gitaarrifs.
Maarten: “ Iedereen die het nummer beluisterd heeft, zegt dit instant, het is overduidelijk. Het is een groove die ik gemaakt hebt, zonder geïnspireerd te zijn door Afrikaanse muziek. Het is niet dat ik in de Afrikaanse muziek gedoken ben, om er iets mee te doen, het is iets vanuit mezelf.”
‘Pavement Polka’ heeft een groot live potentieel, tevens het langste nummer op de plaat.
Maarten: “Een nummer waar ik zeer fier op ben, omdat het aantoont dat we ook gewoon een liedje kunnen spelen. Sommige nummers van ons lijken misschien speciaal, dan is dat wel tenminste een liedje.”
In ‘Pet Waltz’ hebben kinderen hun spontane best gedaan.
Esther: “Het zijn de kinderen van Maarten zijn zussen. 3 meisjes, die zelf ook met muziek bezig zijn. Als ze hier zijn, sturen we ze naar de studio en na een uurtje mogen ze laten horen wat ze ervan gemaakt hebben. Ze kruipen dan achter de drum, de bas en er ontstaat een ongebreidelde creativiteit. Ze zingen onder de naam REL. (Romi, Eva, Lisa). Bij ‘Cha Cha Bird’ hebben ze ook wat ingezongen, alsook in ‘Swing 448’. Bij bepaalde zinnen in ‘Pet Waltz’ dacht ik, zo’n zinnen wil ik opper cynisch laten klinken door jonge meisjes. Eigenlijk is het een goede sneer naar de mens die denkt altijd alles beter te weten en slimmer te zijn dan de natuur.”
Op die manier zit er toch altijd een onderliggende boodschap in jullie nummers.
Esther: “Eén van hen was erover aan het nadenken van, waarom zingen we die zinnen dan? Ze vroegen na de opnames, of we het diezelfde avond alles op Spotify zouden kunnen zetten.” (lacht)
‘Slow’ eindigt in een soort van experimentele chaos.
Maarten: “Eigenlijk is de ganse plaat een samenraapsel van onze demo’s en laat dit nummer de grootste demo zijn. Daar hebben we niets aan gewijzigd of toegevoegd. Alle vuiligheid die erin zit, is erin gebleven.”
Esther: “Het is opgenomen in een piepklein kamertje hier in huis. Tekstueel komt het erop neer dat als ge efkes de rust neemt om op te nemen hoe de wereld eigenlijk is, dan daal je in. Je voelt dat die wereld eigenlijk fantastisch is, maar ge moet daar meer in harmonie mee zijn. Dat gevoel contrasteert met dat van ‘Pet Waltz’, vandaar dat ik het belangrijk vond, dat het erna kwam.”
CONCERTEN
17/09/22 Arscène Hansbeke
30/09/22 N9 Eeklo
5/10/22 De Roma
27/10/22 De Casino Sint-Niklaas
28/10/22 De Living Heist-op-den-Berg
25/11/22 Muziekcentrum Dranouter
16/12/22 Handelsbeurs Gent
Tekst: Peter Minnebo. Foto: Carmen De Vos.