Admiral Freebee over album The Gardener “mijne échte garden zijn mijn nummers”
Release 29 oktober
Al bijna twintig jaar is Admiral Freebee een van de boeiendste artiesten die de Lage Landen rijk zijn. Songs als ‘Rags ’n Run’ of ‘Oh Darkness’ werden regelrechte klassiekers terwijl de Admiraal de grote podia spelenderwijs in zijn binnenzak stak en samenwerkte met Levende Legendes als daar zijn Emmylou Harris of J. Mascis, to name a few. Maar ervaren rot of niet, ook Tom Van Laere heeft zichzelf in het voorbije anderhalf jaar een paar keer flink achter de oren gekrabt. Er lag verdorie een gloednieuw album klaar voor het najaar van 2020, maar alle plannen dienden bijgesteld wegens u-weet-wel-wat. Nu is daar dan toch The Gardener, het zevende studio-album van Admiral Freebee. Vijftien tracks waarvan er negen het levenslicht zagen in virusloze tijden terwijl er zes tot stand kwamen in the heat of de pandemie.
Geen stemmige akoestische of scheurende elektrische gitaren maar wel breed uitwaaierende toetsenpartijen, diepe bassen, electronische drums en spannende vocalen. Hoor hoe de donkere parlando in ‘Digital Blues’ in de refreinen wordt afgelost door een ijzingwekkende falsetto, waarna een lo-fi gitaarsolo de zaak áf maakt. Of buig nederig het hoofd voor het verstilde ‘Looking For Love In All The Wrong Places’, nooit eerder hoorden we de Admiraal zo kwetsbaar op het randje van het eigen kunnen balanceren, en ja: zoeken we niet allemaal naar liefde en dan met name op de verkeerde plekken?
The Gardener kwam tot stand als een tweetrapsraket en zo vormt het album op wonderlijke wijze onmiskenbaar één geheel, gehuld in warme synthklanken, enige welgemikte gitaartjes en het nodige levensbeschouwelijke gemijmer. Admiral Freebee betreedt nieuw en wonderschoon muzikaal terrein in een spannende ode aan de vrolijke wanhoop die hem al een carrière lang kenmerkt. Een album dat zich het best laat savoureren door van de shuffle-knop af te blijven en de met ambachtelijke liefde samengestelde tracklisting te respecteren. Niet voor niets komt The Gardener ook uit op dubbel vinyl, een formaat waarin het waanzinnig mooie artwork van Marcel Zama (Bob Dylan, Beck…) nog beter tot zijn recht komt. Doe er uw voordeel mee!
Allkinds was op de afspraak bij Tom Van Laere in het Antwerpse, zo’n 2 weken voor de release. In première mochten we al eens voelen en ruiken aan The Gardener vinyl.
U maakt nu ook gebruik van keyboards, drumcomputers en allerhande electronica. Hoe is die evolutie in uw muziek geslopen?
“Toen ik opnam zei men ‘je moet uwe typische gitaarstrum nog spelen’. Vanaf we die speelden, was het altijd beter en klopte het. Ik begon al wel eens te denken, hoe zou het klinken zonder die strum? Ik maakte altijd een nummer op die strum. Als ik het wegliet, merkten we dat we het toch altijd nodig hadden.
Als ik piano speel, is het meestal à la Randy Newman of Dr. John.(bluesy) Op een keyboard niet, dat zijn lange noten en klinkt het helemaal anders. Het is een sound. Ik begon er zachter op te zingen. Ik gebruikte een klein keyboard en als ik dat aan de versterker aansloot, klonk dat anders. Het resultaat vond ik niet zo goed, dus deed ik het maar met de boxen van de keyboard zelf. Het zacht zingen vond ik wel tof.”
Het album is een geheel op zich, is het denken binnen een concept of een totaal spontaan proces?
“Ik ben een denker in het leven, ik denk veel te veel, maar in de muziek laat ik alles gebeuren en denk ik nooit in functie van een concept. Als je alles laat gebeuren, klopt het ook.”
De tijdsgeest heeft ongetwijfeld zijn invloed.
“Als ik platen terug hoor, en ik heb er ondertussen toch al wat gemaakt, dan herinner ik mij die periode of die band, of die producer.
Als ik het nummer ‘Wake Up and Dream’ hoor, is dat eigenlijk een nummer voor deze plaat. ‘Rags’n Run’ ligt er ook niet zover vandaan. Deze plaat is toch een échte Admiral Freebee plaat eigenlijk.”
Worden de reeds gekende songs dan ook in het electro bad gedompeld? (zoals ‘Einstein Brain’ in de Muziekgieterij Maastricht of ‘Always on the Run’ in de AB met Senne Guns)
“We spelen een aantal nummers zoals ‘Nothing Else to Do’ in deze stijl en sommige nummers in rockstijl.”
Met de smartphone nam u de demo’s op, tevens handig om de eerste krijtlijnen op vast te leggen.
“Zo ben ik ermee begonnen en de producer zei me dat mijn manier van demo’s opnemen een bepaalde sfeer creëert en dat hebben we ook gebruikt op het album.”
Die demo’s werden dan ingespeeld door 2 bandbezettingen en dan bent u gaan wieden.
“Ik had demo’s en die hebben een bepaald tempo, bijvoorbeeld 137 bpm. Je speelt dat in die toonaard en ik nam dat dan op in een bezetting van gitaar ,bas,2 keyboards (Joris Caluwaerts en Senne Guns) en ikzelf. Daarna nam ik dat nog eens op met Senne en Joris maar dan wel met een andere bassist en een andere drummer. Daarna wordt dat allemaal samen gemixt.”
Als ik de hoes van The Gardener bekijk, kan u gaan tuinieren tussen de palmbomen, de wilde beesten en gemaskerde vrouwtjes gekleed in rood wit paddenstoel-stip-motief.
“The Gardener komt uit het boek ‘Being There’ van Jerzy Kosinski. Het verhaal van een tuinier, zoon van een rijke man. Niemand weet dat hij de zoon van die man is, alsook hijzelf weet het niet. De rijke man sterft. De zoon is een simpele autist, maar weet heel veel over tuinieren. Hij wordt aangereden en een vrouw van een politieker pakt hem op. Hij praat ermee en hij zegt alleen, ‘ja maar de seizoenen veranderen altijd en bloemen sterven’. De mensen denken dat hij metaforisch aan het spreken is, maar hij meent het echt. Hij wordt dan de nieuwe president, komt op televisie en alle vrouwen willen hem. Iedereen maakt er iets van, van wat hij zegt. In die context schreef ik het nummer.
Daarbij kwam dat ik altijd naar het groen wou in tijden van corona, want ik woon op een appartement zonder tuin. In het park was er altijd wel iemand die lawaai kwam maken, onder andere the gardener met een bladblazer, waardoor ik niet in the garden kon zijn. En toen ging ik maar naar huis want in het park was meer lawaai. Toen dacht ik, mijnen échte garden zijn mijn nummers en ik ben dan The Gardener. Ik werk aan mijn nummers zoals aan een Bonsai boom.”
De zin ‘Looking for love in all the wrong places’ komt wel eens terug op het album. (in ‘Coming Of The Light’ en in het gelijknamige nummer)
“Ik ben fan van Van Morrison en die doet dat nog altijd. Op elk album komt een zin een paar keer terug.”
Persoonlijke favoriet om live te spelen?
“ ‘No One Can Stop Me Now’ ,‘No Ordinary Moments’, ‘Coming of the light’ en ‘Digital Blues’.“
In een interview op Maanrock (2016) had u het over improviseren live op het podium, ook van toepassing op de nieuwe nummers?
“We blijven dat doen, op Maanrock was het wel met een grotere bezetting (blazers) en dan wordt het improviseren al snel jazzy. Nu zijn we maar met 4.”
Dromen komt minstens 3 keer voor op het album. ‘This Dream of You’, ‘Dream Avenue’ en in ‘Rising in Love’. (sometimes it feels like in a dream)
“ ‘I’m driving the dream bus on dream avenue’ zing ik in ‘Dream Avenue’, maar eigenlijk bedoel ik dat de realiteit soms als een droom aanvoelt. Het voelt aan alsof het niet echt is.
Tegen mij werd vroeger op school gezegd dat ik meer in de realiteit moest leven. En toen dacht ik , ‘wat bedoelen ze daar nu eigenlijk mee?’ Ik dacht toen ‘ik leef toch in mijn hoofd en jij in uw hoofd! Wat jij ziet is niet hetgeen ik zie’. Totaal iets anders.
In ‘This Dream of You’ (which keeps me living on) bedoel ik het nog anders. Ik vind het soms mooier om te dromen van een vrouw dan er écht mee te zijn. Ik vind het mooier te dromen over een song dan hem echt te maken. Als ik een song in mijn hoofd heb, is dat soms de mooiste song van de wereld, en dan vind ik dat mooier dan dat het uiteindelijk wordt.”
Met verlangen is dit ook het geval.
“Daarom is het goed om soms heel maf te verlangen en dan niet proberen het te hebben. Als ge het écht wil hebben, is het te vergelijken met een klein jongetje dat zijn cadeau wil hebben.”
Digital Blues
“Live spelen we het nummer heel anders dan op de plaat met een Sade gevoel, in de stijl van haar song ‘Ordinary Love’.
Verder is alles zo digitaal geworden, ‘you are just another number’.”
En u roept nog een luguber beeldje op: ‘a photograph of my own head under a guillotine’.
“Niemand post zoiets hé!” (lacht)
De videoclip van de single ‘Coming of the Light’ speelt zich af in het ondergrondse.
“Rinus Van de Velde, beeldend kunstenaar, wil nooit opnemen buiten zijn atelier en maakt alles zelf. Zo stak hij het ondergronds ogend decor in mekaar. Ik was de Aantekeningen uit het ondergrondse aan het lezen van Dostojevski en ik vond dat dat nummer het personage was. En Rinus speelde daarop in met een ondergrond te bouwen. Hij bouwt alles op in karton.”
In de clip zien we een man met een masker op in tot de verbeelding sprekende geknutselde decors.
“Dat is Rinus. Met dit werk brengt hij een boodschap.: Alles heb ik in elkaar geknutseld, ik maak het gewoon na.”
De man rijdt weg in een leuke auto met op de achtergrond een miniatuurdorpje.
“Er worden al veel documentaires gemaakt en iedereen is wel slachtoffer van één of ander onrecht. Ik vind niet dat het altijd over iets moet gaan. Niet over de identiteit maar dat het gaat over een verhaal dat de luisteraar ervan kan maken. Het dorpje op de achtergrond, je weet niet wat het écht is, maar je kan het zelf invullen. Dat is interessanter dan dat we het allemaal zouden uitleggen waarover het gaat. Je kan het ook altijd terug zien en interpreteren. Een clip of een nummer is soms méér sfeer dan een uitleg.”
‘I forgot how much light existed in the world’ in het zeer dansbare ‘Coming of the Light’, een insteek vol positiviteit?
“Soms vergeet je zo’n dingen echt.”
En dan zing je verder ‘now I can see the lights again’ en dan wordt in de clip toch wel een moord gepleegd zeker!
(lacht) “Het personage schiet eigenlijk zichzelf dood. Het personage vermoordt de kant die the light niet meer ziet, door the light te zien. Als je het licht aansteekt is het niet meer donker.
Al die nummers gaan over het gevecht met uzelf. Je hebt in uzelf the gardener en je hebt in uzelf the garden. Als je even de hoes erbij neemt. Dat ben ik. Ik heb die meisjes in mij, ik heb die mechant loup in mij, ik ben diegene die op de achtergrond aan het kijken is.”
Het filmische ‘No Ordinary Moments’ doet je relativeren.
“Als je beseft dat uw vader temporary is, dan ga je toch denken, ik ga er toch wat tijd mee spenderen. Dat is mooi! Met uw zicht ben je eigenlijk niet echt bezig, totdat het weg is. Er zijn veel dingen waar we niet dankbaar voor zijn omdat we het hebben.”
‘Not in it 4 love’ katapulteert je met de electro sounds subliem even terug naar het OMD repertoire van de jaren ‘80, weliswaar in een vernieuwende stijl.
“Ik link het dan weer aan de muziek van de Scandinavische film ‘Drive’ met Ryan Gosling.”
Het motivatorschap van wijlen uw grootvader zit verweven in het nummer ‘On A Day Like This One’.
“Hij was een Godfather figuur in onze familie, positief en motiverend. Ik wou er graag een nummer over schrijven maar ik wou niet dat het triestig overkwam. Het moest zijn kracht hebben.”
‘There Is Nothing Wrong With You’
“Dat is eigenlijk de eerlijkste song die ik ooit schreef. Tim Coenen (gitaar) speelt al 17 jaar samen met mij. Ik ken bijna niemand als hem, die zo weinig zelfhaat heeft, heel zacht ten opzichte van zichzelf. Maar als we pingpongen, dan roept hij plots heel kwaad tegen zichzelf ‘zet u eigen maar in ’t zak!’. Ik vond het heel Eminem-achtig. Hij zei tegen mij: ‘Wanneer ga jij eens je Eminem song maken?’ En dat is voor mij mijn Eminem song. In sport heb je dat ook dat mensen die je niet kent, plots heel kwaad worden op zichzelf.”
In ‘Looking for Love in All the Wrong Places’ gaat uw stem de hoogte in.
“Het is gewoon gebeurd. Ik speelde het soms solo op piano en ik voelde dat het heel veel deed met mensen.”
In ‘Feet it All’ wordt u bijgestaan door een vrouwelijke vocal.
“Karolien van Ransbeeck van Few Bits.”
Andere creatieve activiteiten buiten muziek?
“Ik tennis heel veel, wat ik ook heel creatief vind. Tekenen en schrijven van kortverhalen, waar ik nog niet mee naar buiten kom. “
Misschien toch eens iets mee doen?
“Als ik ze écht goed vind. Momenteel vind ik er 7 goed, maar ik heb er al zo’n 60 bij elkaar. Ik ben er al lang mee bezig.”
Release The Gardener op 29 oktober
Tekst: Peter Minnebo. Foto: Julie Rommelaere.