Neen, geen rondleiding in de buurt van Napels, maar een driedelig bezoek aan Portsmouth, de historische havenstad in zuidoost Engeland. De stad en zijn voetbalploeg worden sinds ontelbare jaren Pompey genoemd. Waarom? Er zijn meer dan tien verschillende verhalen en de meeste behoren toe aan de bonte wereld van het zeemansleven. Portsmouth ligt op Portsea Island en is vergroeid met Southsea. De zeestraat Solent, die ook de grens vormt met het eiland Wight, komt uit in de natuurlijke haven van Portsmouth. Portsmouth Harbour is vooral bekend voor zijn marinehaven. Aan de overzijde van de haven ligt Gosport dat ook een district is van Portsmouth.
De eerste verkenning beginnen we in Southsea. Het is een badplaats gelegen op het zuidoostelijke gedeelte van het eiland. De badplaats heeft een 7 km lang kiezelstrand met een wandelpromenade en de South Parade Pier die dateert uit 1908. In het westelijke gedeelte is het geschiedenis troef met o.a. het D-Day Museum, geheel gewijd aan de landing in Normandië. Dit museum is echter nu gesloten voor een groots vernieuwingsproject waarmee men over twee jaar de 75ste verjaardag van D-Day en operatie Overlord in de verf wil zetten. Op dezelfde site is er ook Southsea Castle. Hier gaat men terug tot 1544 en de tijd van Henry VIII. Portsmouth Harbour was in de Tudortijd reeds een belangrijke oorlogshaven en om de toegang te beschermen liet Henry VIII het fort bouwen in zes maanden als onderdeel van de kustverdediging. De hoofdtoren is vierkant en de bastions zijn hoekig, wat nieuw was voor die periode. De plaats van het kasteel was bij het punt waar de schepen het dichtste de kust naderden. Met een totaal van 17 kanonnen was het kasteel goed bewapend tegen een eventuele Franse invasie. In juli 1545 was Henry VIII getuige, wanneer hij naar Southsea Castle ging om zijn vloot te inspecteren, van het zinken van de Mary Rose, zijn vlaggenschip. Bijna heel de bemanning kwam om. Later komen we op de Mary Rose terug bij het bezoek aan de Historical Dockyards.
Gedurende de zeventiende eeuw werd het kasteel echter grotendeels verwaarloosd. Een brand in 1627 deed er ook geen goed aan. In de Engelse burgeroorlog was het in handen van troepen die de zijde van Koning Charles I kozen. De verdediging was wel zwak met 14 kanonnen en amper een garnizoen van 12 man. Het werd dan ook vlug ingenomen na een belegering door meer dan 400 parlementsgezinde troepen. Voor de eerste en laatste keer had Southsea Castle actie gezien. Toen Charles II aan de macht kwam, werd het kasteel grondig aangepakt en de vuurkracht hersteld en verbeterd. Charles zat toen met een maritiem conflict met de Nederlanden.
In de 18de eeuw was het kasteel bijna niet meer in functie als verdedigingsbasis door extreme veroudering. Het garnizoen gebruikte het meer en meer als depot voor wapens en munitie. Dit kwam hen echter duur te staan in 1759. Vonken van een bovenliggende keuken deden het buskruit ontploffen met 17 slachtoffers als gevolg. Er volgde weer een periode van verwaarlozing en men moest wachten tot de dreiging van een invasie door Napoleon en zijn troepen om nodige aanpassingen en verbouwingen te doen. Nieuwe batterijen werden geplaatst en er kwam een netwerk van tunnels , caponier genaamd, die we nu nog kunnen bezoeken met een gids. Nadien deed het kasteel nog enkele jaren dienst als gevangenis en werden er al maar meer aanpassingen gedaan aan de batterijen met telkens nieuwe kanonnen die zich aanpasten aan de evolutie in vuurkracht. Dit ging verder in beide wereldoorlogen waar ondanks de dreiging van luchtaanvallen het kasteel goed gespaard bleef. In 1960 kwam het uiteindelijk in handen van de stad Portsmouth.
In 1967 opende het kasteel voor het publiek. Binnenin een klein museum over de geschiedenis van het kasteel. Deze plaats, The Keep, heeft ook een zaal die gebruikt wordt voor huwelijken. Op het binnenplein zie je goed de verschillende verbouwingen die er de laatste 400 jaar verwezenlijkt zijn. Wandel zeker eens rond over de wallen. Tussen de overblijfselen van oude kanonnen heb je een mooi zicht op het eiland Wight, The Solent met zijn druk bootverkeer en de vier zeeforten die middenin de zee-engte staan en een overblijfsel waren uit de periode met nieuwe Franse dreiging. Zij kwamen er rond de jaren 1860 door toedoen van Lord Palmerston. Een ervan is zelfs ingericht tot super-de-luxe hotel met een prijskaartje, zo heeft men mij verteld, van meer dan £ 500 per nacht (ontbijt inbegrepen). Het kasteel is ook nog trotse eigenaar van een vuurtoren, die gebouwd is in de beginjaren 1820 en nog maar dit jaar uit dienst is genomen. De vuurtoren werkte nog volledig, maar deze zomer neemt de Britse Navy een nieuw vliegdekschip in dienst, het schip heeft Portsmouth als thuisbasis en om reden van manoeuvreruimte werd er gekozen voor twee nieuwe lichtbakens middenin The Solent.
Southsea Castle heeft een leuke tearoom en een souvenirshop. Het wordt ook veel gebruikt voor evenementen van concerten tot re-enactments. De toegang is gratis en er is ook een microbrouwerij (Southsea Brewing co) gevestigd in het kasteel. Er is genoeg betaalbare parkeergelegenheid in de buurt.