Northumberland tussen A1 en Noordzee
Northumberland, het laatste graafschap in Engeland voor je Schotland bereikt, heeft een prachtige Noordzeekust. Een groot deel is erkend als AONB (Area of Outstanding Natural Beauty). Deze gebieden hebben dezelfde bescherming als de nationale parken in Engeland, maar zonder bestuursorgaan. Amble is een leuke plaats om je verkenning van de kust te starten, maar eerst wat tips om er het beste te geraken. Wil je geen tijd verliezen door heel Engeland te moeten doorkruisen om in Northumberland te geraken, wil je de drukke M25 rond Londen mijden en uitgerust op je bestemming komen, neem dan de nachtovervaarten die rederij DFDS aanbiedt tussen het Nederlandse IJmuiden en North Shields, de haven van Newcastle. Reis in stijl en laat je verwennen. King Seaways, een van de twee DFDS-schepen, doet de overtocht in ongeveer 16 uur, heeft 510 slaaphutten, waarvan heel wat met zicht op zee. Het wagendek biedt plaats aan ruim 600 wagens. Aan boord kan je zeer uitgebreid eten in het Explorer’s Restaurant. Er is een dinerbuffet met koude en warme gerechten. Je kan hier ook terecht voor het volumineuze ontbijtbuffet; op het schip ook 3 bars, een cinema en duty-free shop. Een der eerste zichten bij het binnenvaren van de haven in Newcastle is het Collingwood Memorial. Fans van detective Vera zullen dit zeker herkennen uit een van de laatste afleveringen.
Nu weer naar Amble, dat op ongeveer 35 minuten rijden vanaf de ferryhaven ligt. Amble is zowat de poort naar de Northumbria Coast, gelegen bij de Coquet-rivier en met zicht op een eiland met dezelfde naam als de rivier. Het pittoreske haventje heeft wat bedrijvigheid en een waterkant met leuke winkeltjes en eetgelegenheden, meestal in oude vissershutten. The Old Bakehouse heeft meerdere Engelse cakes op het menu. Bij Northumberland Seafood and Hatchery kan je ook een kijkje achter de schermen nemen. Vanaf de haven heb je al een mooi zicht op een der vele kastelen die deze kust rijk is en die we jullie zullen voorschotelen. Warkworth Castle was ooit in handen van de Percy-familie, die de graven en hertogen van Northumberland voortbracht. Percy, een naam die we nog enkele keren zullen tegenkomen. De bekendste bewoner van Warkworth was Henry Percy, alias Harry Hotspur, een nogal hevige vechtersbaas uit de 14de eeuw. Shakespeare trouwens gebruikte Warkworth en Henry in zijn King Henry IV-verhaal. Het kasteel is nu in handen van English Heritage en is meer dan een ruïne. De Great Tower is nog goed bewaard gebleven en is het sierlijkste wanneer je hem bekijkt vanaf de witte maquette die je tegenkomt bij de ingang. Het is een meesterstuk van middeleeuwse bouwstijl, juist zoals de Lion Tower met een spectaculaire heraldiek van de Percy-familie.
Bij de monding van de Aln-rivier kom je ongeveer zes km buiten Warkworth in Alnmouth. Alnmouth heeft brede zandstranden waar het heerlijk vertoeven is. Er is een grote parking en via de duinen ben je vlug in het stadje.
Craster is een vissersdorpje met een charmant haventje dat nog weinig of geen bedrijvigheid heeft. In Craster heeft L. Robson & Sons al meer dan 100 jaar een haringrokerij. De ‘kipper’ is vooral in het noorden nog altijd een begrip bij een English breakfast. Ruwweg is een kipper een gesplitste haring die even gepekeld wordt en daarna 15 uur boven een vuur van eiken zaagsel heeft gehangen. Robson vind je vlug in Craster: ga op de rook en de geur af. Heb je geen zin in een kipper, ga zeker de winkel binnen voor een heerlijke ‘crab sandwich’ en eet hem op op de banken voor het haventje. Nu je krachten hebt opgedaan kan je Dunstanburgh Castle bezoeken, nog een ruïne van English Heritage. Vanaf de haven zie je het kasteel liggen dat vooral bij kustmist impressionant is. Met de auto geraak je er niet, maar het 3 km lange pad vanaf Craster, tussen de weiden en de Noordzee, geeft adembenemende zichten. Dunstanburgh Castle kwam tot stand in de 13de eeuw als vesting tegen de Schotten. Vlug verloor het zijn betekenis en kwam er verval. Heel wat boerderijen in de streek werden met stenen van het kasteel gebouwd. Toch blijft het een mooie ruïne met het grote poortgebouw en de Lilburn Tower. Door zijn ligging op een klif heb je ook prachtige vergezichten enerzijds naar Craster toe, anderzijds naar Embleton Bay met zijn prachtige zandstrand. Is er weinig volk op het pad en in het kasteel, dan zijn de zeehonden nog een extra bonus.
In Seahouses is er nog veel visserijbedrijvigheid en de haven is ook nog extra druk met verschillende rederijen die boottochtjes verkopen naar de in de verte opduikende Farne Islands. Een paradijs om niet alleen zeehonden te spotten, maar vooral voor de ontelbare zeevogels van jan-van-genten tot aalscholvers en de guitige papegaaiduikers. Vogelgriep in Europa laat momenteel geen landingen op een van de eilanden toe. The Old Ship Hotel en The Bamburgh Castle Inn zijn geschikte plaatsen voor een hapje en een drankje. We kunnen zeker niet omheen Bamburgh. Je kan het kasteel al bewonderen vanaf Seahouses en bewonderen zal je het blijven doen. Boven op een rots van ongeveer 40 m is het fotogeniek aan elke kant. Neem tijd om een fikse strandwandeling te maken in Bamburgh via de prachtige duinen en bewonder ook het kasteel vanaf het dorpje Bamburgh zelf. Hier kan je voor een foto kiezen: met de oude telefooncel op de voorgrond, zoals op veel prentbriefkaarten, of vanaf het kleine kerkhof naast St. Aidan’s church; op de begraafplaats ook het Grace darling Memorial en haar graf. Grace was een lokaal meisje dat op een der kleine eilandjes woonde met haar vader, een vuurtorenwachter die ook verantwoordelijk was voor de reddingssloep. In 1838 slaagden ze er met zijn tweeën in om negen mensen te redden na een schipbreuk.
Bamburgh Castle is nu eigendom van een Trust van de familie Armstrong. Er was al een fort in 574 en geleidelijk aan werd het groter. In de Rozenoorlog speelde het nog een rol van betekenis, maar daarna was er veel verval. Een opflakkering was er in de 18de eeuw toen de bisschop van Durham het hele kasteel kocht, het restaureerde en het gebruikte als opvanghuis. Na weer een vervalperiode kocht in 1894 Lord William Armstrong Bamburgh. Hij was een staalbaron, maar ook een grote uitvinder uit Newcastle. Zijn toenmalige verblijf Cragside komt later nog aan bod. Hij maakte Bamburgh tot wat het nu is. Bekijk zeker de introductie in de eerste kamer waar ook een maquette staat die meer dan 100 jaar oud is. De King’s Hall is de oude middeleeuwse Great Hall en is nu een victoriaans meesterwerk. Er is een enorm houten plafond en er hangt een schilderij van A. van Dyck. Een andere Antwerpse connectie kom je tegen in de Cross Hall: The Card Players is van de Antwerpse schilder Theodoor Rombouts (begin 17de eeuw). Hiervan zou ook nog een versie zijn in ons KMSK; verder ook een unieke verzameling porselein en veel 15de- en 17de-eeuwse wapens in The Keep. Vanaf de kantelen heb je mooie zeezichten. In de oude wasserij zie je in het Armstrong Aviation Artefacts Museum veel motorstukken uit WOII en krijg je wat industriële geschiedenis over Lord Armstrong. Zijn victoriaanse koelkast vind je in de keukenvertrekken.
Eindigen aan de kust doen we bij The Holy Island of Lindisfarne, zoals de volledige naam is, voor velen een hoogtepunt langs de Northumbria Coast. Niet alleen door zijn geschiedenis die begon in de 7de eeuw, toen de abdij een belangrijk centrum werd van het christendom, maar ook door de speciale manier om het eiland te bereiken. Sinds 1954 kan je de ‘tidal causeway’ gebruiken om op het eiland te komen met je wagen. Tweemaal per dag is deze weg bij hoogtij verboden voor het verkeer en wordt de weg over enkele km overspoeld. Voor je naar Holy Island vertrekt, kan je best de getijdetabellen raadplegen. Je kan ze ook lezen op grote borden. Voor wie dit allemaal worst is en de aanwijzingen aan zijn laars lapt, is er halverwege nog een witte hut op hoge poten. Deze refuge box wordt door de eilandbewoners the idiot’s box genoemd. Op het eiland is er een zeer grote parking, in het dorp zelf zijn alleen de wagens van de ruim 150 inwoners toegelaten. Voor het eilandbezoek kan je gerust een dagje uittrekken. Ontdek de geschiedenis van het eiland in het Lindisfarne Heritage Centre en in het museum van Lindisfarne Priory. Dit laatste is in handen van English Heritage. Zo krijg je zicht op de twee sterke figuren uit de 7de eeuw die de toenmalige benedictijnenabdij bevolkten, de latere heiligen Aidan en Cuthbert. Beiden waren invloedrijke bisschoppen. Ook de beroemde Lindisfarne Gospels, een vroegmiddeleeuws literair kunstwerk ontstond hier. De eerste abdij werd door de Vikingen verwoest en wat je nu ziet, zijn de restanten van de gebouwen uit de 12de eeuw. Een prachtige setting naast de zee en een middeleeuws kerkje, dat nog gebruikt wordt. Ook zie je de standbeelden van de twee heiligen tussen de ruïnes van rode zandsteen.
Vanaf het vasteland zie je vlug een ander landmerk van Holy Island. Is het mistig, dan weet je niet of het een rots of een kasteel is. Eigenlijk gaat het kasteel naadloos over in de rotsen als je dichterbij komt. Dit kasteel is nu in handen van The National Trust. In de 16de eeuw werden de grondvesten ervan gelegd. Tot 1901 was het in een erbarmelijke, verwaarloosde staat tot een zekere Edward Hudson de rots en het kasteel kocht als vakantiewoning. De verbouwingen gaf hij in handen van ene Edwin Lutyens, de architect die we kennen van menigvuldige WOI-constructies. Zijn werk mag gezien worden. Opgelet, op vrijdag is het gesloten. Je kan heel het eiland te voet rond en in het dorp zijn er genoeg gelegenheden om te eten en te drinken.
De westelijke kant van de A1 in Northumberland heeft geen kust, maar geen nood, hier is ook veel te bezoeken en dat doen we in onze tweede reportage.
Tekst en foto’s: G. Charrin