Op 31 maart 2009 is de goedkeuring gegeven voor een 15de National Park in Britain, met name the South Downs. Het gebied bevindt zich ruwweg tussen de steden Eastbourne en Winchester, geografisch een stukje Hampshire en een stukje Sussex.
Britse National Parks verschillen van o. a. naamgenoten als Kruger; Yellowstone e. a. omdat ze strikt genomen geen reservaten zijn, maar gebieden met beschermd landschap, extensieve landbouwgebieden of bebossingen, maar soms ook met residentiële areas, toerisme activiteit tot zelfs industrie (bv. steengroeven). Er is een interactie tussen mens en natuur. Mensen leven en werken in het park en de boerderijen, dorpen en stadjes zijn samen met fauna en flora beschermd.
Veel gebieden zijn toegankelijk voor iedereen.
In 1951 waren het Peak District, Lake District, Snowdonia (in Wales) en Dartmoor de eerste plaatsen met National Park status. Kwamen er later bij: Pembrokeshire coast (Wales), North York Moors, Yorkshire Dales, Exmoor, Northumberland, Brecon Beacons, The Broads, New Forest en voor Schotland: Loch Lomond – Trossachs en The Cairngorms.
Elk National Park heeft een eigen organisatie, een National Park Authority, die waakt over het bewaren en verbeteren van de natuur en de omgeving. Zij zorgt voor het culturele erfgoed en promoot het park in de toeristische sector. In de parken vind je informatiecentra (en soms ook een klein museum) over de geschiedenis van het park of delen ervan. Je kan er ook terecht voor info over wandelingen (met meteogegevens voor bv. langeafstandswandelaars of klimmers). Sommige plaatsen zijn immers zeer onherbergzaam. In enkele parken vind je zelfs mountain rescue teams (Lake Distrct – Snowdonia).
Elk jaar in mei organiseert het 43ste Wessex regiment een weekend “The Ten Tors Race” genoemd. Het is een tocht voor teams van 6, toegankelijk voor jongeren tussen 14 en 20 jaar, die meestal als selectie uit een school of club (scouts) komen. De afstand is 25,45 of 45 miles naargelang de leeftijd.
Het is een zware tocht dwars door Dartmoor soms in erbarmelijke weersomstandigheden. Dikwijls moet het leger per helikopter worden ingezet voor evacuatie van verdwaalde groepen. Af en toe komt het zelfs voor dat de race wordt geannuleerd.
Nog plezanter is de in 1968 opgerichte Original Mountain Marathon in het Lake District. Gedurende twee dagen moet elk team van telkens twee man, met de hele uitrusting van voedsel tot tent, slaapzak enz. bij zich, over zwaar terrein (rotsen, moerasgebied en heidegrond) naar verschillende checkpoints, zonder gps of contact van de buitenwereld. Meestal heeft deze tocht eind oktober plaats. We herinneren ons nog de beelden van verleden jaar die toonden dat er op een bepaald moment meer dan de helft van de 2500 deelnemers vermist was door extreme weersomstandigheden. Er was op een dag meer regen gevallen dan op een maand en er was zelfs een echte storm bezig. Velen gingen schuilen in oude mijnen of verlaten schaapsschuren. BBC toonde een filmpje dat via gsm door iemand was verstuurd, waarop je doorweekte deelnemers, wadende in water dat tot hun knieën kwam en strijdende tegen een alsmaar helsere wind, kon zien. Het Lake District heeft dat tintje mystiek dat het weer er elk ogenblik kan veranderen: van het meest vriendelijke type tot het infernale.
Laten we terugkeren naar Dartmoor. Midden in het park in Princetown vind je H. M. P. Dartmoor (H. M. P. = Her Majesty’s Prison).
Deze gevangenis dateert reeds van 1806, toen voornamelijk voor gevangenen uit de Napoleontijd (remember the 3 Chimneys? Periodiekske verleden jaar).
Dikwijls werd er naar verwezen dat de gevangenen niet konden of wilden ontsnappen door de onherbergzaamheid van de omgeving, maar de gevangenis heeft alleen de zogenaamde ‘Klasse C’ gevangenen = Engelse term voor niet gewelddadige kerels en witteboordcriminelen. Je vindt er een klein museum en in de souvenirwinkel kan je naast de gekende prularia ook tuinproducten, door de “inmates” zelf gemaakt, kopen.
Sommige delen (van het park) kunnen ook in handen zijn van the National Trust, die hier nauw samen werkt met het National Park, of eigendom zijn van private landeigenaars. “Managing a National Park” is in feite balanceren tussen conservatie en economie. Bezoekers zijn er nodig, ook voor de lokale middenstand.