Toen ik een tijdje geleden aan het rommelen was tussen mijn Britse documenten en brochures, kwam ik een klein boekje tegen: Cotman – color uitgave Jarrold 1971 “The Cathedrals of England”. De prijs stond er trouwens nog op: 20 pence, gekocht bij W. H. Smith in 1975. De 28 kathedralen van Engeland stonden er in, de meeste met een lange geschiedenis en bij ons vooral bekend: Westminster, St. Paul’s, Canterbury of York. Toen ik het boekje doornam, kwam ik tot de conclusie dat ik er 27 van de 28 had bezocht! Hoog tijd om de laatste te ontdekken! Dus in december 2009 richting Guildford, want de kathedraal in dit stadje in Surrey was … nummer 28. Guildford heeft echter weinig geschiedenis. Het is de eerste Anglicaanse kathedraal die na de reformatie in het zuiden van Engeland werd gebouwd. Deze zeer jonge kathedraal, waarvan de bouw juist voor de tweede wereldoorlog was gestart, werd maar voltooid in 1961. Na de oorlog werd de voorkeur gegeven aan de opbouw van de – door het oorlogsgeweld geteisterde – huizen en het aanvragen van een vergunning voor de verdere bouw van Guildford Cathedral (onderbreking duurde tot 1952).
Ze ligt niet in het centrum zoals de meeste Engelse kathedralen, die bijna altijd omgeven zijn door veel groen en oude kloostergebouwen. Je ziet ze van ver liggen, boven op Stag Hill, zo’n 25 minuten stappen van het centrum. De terreinen op Stag Hill werden in 1931 aan de Diocese van Guildford geschonken door ene Earl of Onslow (zou Hyacint dit geweten hebben?). De buitenkant oogt ietwat donker door het gebruik van een bruinrode steen, eigen aan de jaren kort na de oorlog. Het honingkleurige interieur daarentegen straalt een warm, zacht licht uit. Dit komt vooral door het gebruik van zandsteen uit Somerset voor de pilaren en een wit marmeren vloer.
In het oog springend, vooral “The Treasury”, een opslagplaats voor waardevolle religieuze objecten daterend van de middeleeuwen tot de hedendaagse periode vanuit heel het gebied van Surrey. Ook vind je er meerdere mooie houtbewerkingen, tapijten en borduurwerken uit de 20ste eeuw. Hierbij een banier in borduurwerk van een zekere Miss Irene Charleston, een herdenking aan haar broer, slachtoffer in WWI.
Wereldoorlog I. Zoals een trouwe Periodiekske lezer wel zal verwachten, ging ik uiteraard op zoek naar verdere gegevens.
Frederick Charleston, geboren in 1889, ging naar Frankrijk als tweede luitenant in het regiment van the Lancashire Fusiliers. Gewond tijdens de eerste gasaanval door de Duitsers in 1915 rond Ieper kwam hij na zijn herstel terug in het gebied rond Elverdinge. In de regimentsarchieven vindt men terug dat hij zwaar gekwetst werd in een loopgraaf bij het kanaal IJzer (Ieper) en stierf op 7juli 1915 in de ruïnes van Elverdinge Kasteel, dat toen dienst deed als CCS (Casualty Clearing Station = soort eerstehulppost).
Charleston ligt begraven op CWGC genaamd Ferme Olivier, ten noorden van Ieper.
De zuster Irene was werkzaam als professionele borduurwerkster in de firma van de beroemde William Morris. Ze begon de banier in de jaren ’30, maar door allerlei omstandigheden duurde de afwerking een goede 25 jaar. In 1961 werd het aan de Guildford kathedraal geschonken.
Tot slot, zoals in alle Engelse kathedralen, vind je er een plek voor koffie en lichte lunches, snacks en cakes. Er is ook een “book and gift shop”, gelegen op een pleintje naast de kathedraal, waar ook parkeerruimte is.
Door de ligging is de kathedraal ook ’s avonds erg mooi. Spreidlicht verlicht haar. Een gouden engel op de toren maakt het geheel tot een spectaculair aanschouwen.