Op de Britse eilanden vind je veel kastelen en landhuizen. Sommige zijn nog in privé-handen, maar de meeste behoren toe aan organisaties. Dat kan een zogenaamde trustee zijn, maar dikwijls vind je ze in handen van ofwel “The National Trust” of English Heritage. Deze laatste groep specialiseert zich meer in ruïnes, oude abdijen en historische kastelen (bv. Stonehenge, Dover Castle). Toch heeft E. H. ook enkele prachtige landhuizen of stately homes.
Officieel is de naam: The Historic Buildings and Monuments Commission for England. Ze rapporteren aan het ministerie voor cultuur en leggen veel nadruk op promotie van het educatieve. De werkmappen die we van English Heritage bij schoolbezoeken aan Engeland kregen, waren dikwijls van zeer veel waarde voor ons, je moest ze alleen tijdig bestellen.
Wil je een speciale attractie in een van de English Heritage bezittingen bijwonen, dan is het aan te raden om erg vroeg te boeken. Engelse scholen zijn er dol op en kennen de programma ’s al van heel vroeg in het schooljaar.
Niet ver van Doncaster, in het zuiden van Yorkshire, is er Brodsworth Hall & Gardens. Dit landhuis werd rond de jaren 1860 voor de rijke Thellusson familie gebouwd. Een familie van bankiers die hun oorsprong zag in het Huguenotische deel van Lyon en daar in de 16de eeuw om religieuze redenen vluchtte. Door financiële problemen was de familie niet bij machte om het immense domein te onderhouden en al zeker niet te repareren – een veel voorkomend euvel in de naoorlogse periode in Groot-Brittannië. English Heritage nam het gebouw en gronden over in 1990. De Hall zelf werd behouden zoals de vroegere eigenaars het zouden beleefd hebben en de tuinen werden grondig gerestaureerd. Je krijgt er een levendig beeld hoe het leven er in de Victoriaanse tijd aan toe ging, gaande van de mensen in het afzonderlijke bediendevertrek tot de privézalen van de Thellusson familie.
Het duurde nog ten volle 5 jaar (tot 1995) vooraleer men alles voor het publiek kon openstellen. Het gebouw had te leiden onder een reeks zware “ziektes” van waterdoorsijpelen over verzakkingen tot hevige steenerosie. Samen met een tuin die er toen zo verwaarloosd uitzag als een Birmaanse jungle, was het geen wonder dat het zo lang heeft geduurd.
Brodsworth is een pracht voorbeeld van een Victoriaans landhuis. In WWII werd het huis opgeëist door het leger en gebruikt als revalidatiecentrum. Onnodig te zeggen dat dit ook een zware tol op het huis heeft gelegd. Je vindt er nog wat soldatengraffiti her en der, maar je moet wel iemand van de talrijk aanwezige gidsen aanspreken, die je in alle zalen en kamers van Brodsworth Hall vindt.
De ingang en de immense hall (Italiaanse stijl) staan behoorlijk vol met zo’n 23 Italiaanse, marmeren beelden, door de laatste eigenares “poor cold ladies” genoemd doordat ze zo schaars gekleed waren. Veel n zijn opgetrokken in scagliola, een marmerimitatie, gewoon hol van binnen. Klop er eens op wanneer niemand het ziet en je merkt het verschil met gewone marmer. Doe het niet te hevig, want niet ver daarvandaan is het hoofdkwartier van South Yorkshire police.
Zoals in alle grote landhuizen vind je in Brodsworth een “Dining room” (show eetkamer met al het zilverwerk en porselein op tafel), een “Billiard room” (oefenen verboden), “The Library” (bibliotheek), meerdere slaapkamers en de hobby- en verzamelkamer (kamer van de eigenaar). Deze laatste kamer zouden wij nu moderner “the junkroom” noemen. Alle snuisterijen die er te vinden waren, staan hier bijeen. Wat dacht je van een paar opgezette albinopauwen? Mooier vond ik de in bootvorm gemaakte bedden in een van de bovenslaapkamers. Deze zijn van Franse makelarij en dateren van de jaren 1850. Op het eerste gezicht zijn het precies gewone fauteuils.
Altijd de moeite in zulke landhuizen zijn de vertrekken van de bedienden. Tot voor de eerste wereldoorlog was dit een heel leger van butler tot kokkin over huisknechten en meiden. In 1914 was er nog 14 man aanwezig. De grote collecties in de keuken zijn getuige van enorme maaltijden met een eindeloos aantal gangen.
De tuin van 6 hectares is helemaal naar de zin van de dagtoerist gemaakt: rozentuin met 70 variëteiten, wandelpaden en bloemperken en als je goed zoekt, vind je het huisdierenkerkhof van de vroegere eigenaars – veel honden, maar ook twee papegaaien.
Nog dit: je vindt er zoals gewoonlijk een heerlijke tearoom waar Wensleydale (= kaas) en red onion sandwich, of voor de liefhebbers van caloriebommen, een coffee and walnut cake zeker aan te raden zijn.
Oppassen voor de openingstijd van zowel “huis als tuin & tearoom”.