Het natuurpark van Albufera in de Spaanse regio Valencia
Opvallend rustig was het toen we op die late septemberdag aankwamen in El Palmar, een dorpje midden in het regionaal natuurpark van Albufera en op 20 km van Valencia. Het eerste wat we deden was een boottocht om de streek te verkennen, zeker aan te bevelen. Zo krijg je een beeld van de uitgestrektheid van de lagune van 2 800 hectare, het grootste zoetwatermeer van Spanje en door een duinenrij gescheiden van de Middellandse Zee. Het is de beste manier om van dichtbij vogels te zien in hun natuurlijke omgeving. Eerst kom je langs en door rietvelden waartussen eenden zich op hun nesten verschuilen. Dan vaar je over het grote meer, overal kan je o.m. reigers, aalscholvers en zwarte ibissen observeren. Al sedert de 13de eeuw wordt hier gevist op paling, zeebaars , karper en blauwe krab.
Wandelpaden aan de rand van het dorp leiden je naar de glooiende rijstvelden die er nu na de oogst
kaal uitzien, in de verte zie je de hoogbouw van de badplaatsen. Met een productie van 120 miljoen kilo per jaar, een derde van het totale Spaanse volume, kan men de regio en ook daarbuiten voorzien van rijst voor de paella! Niet te verwonderen dat Valencia de hoofdstad van de paella is. Afhankelijk van de plaats combineert men de rijstschotel met kip en konijn, zoals de paella valenciana, aan zee heb je paella met vis en schaaldieren zoals de paella marisco (schaaldieren) en de arroz negro (inktvis).
El Palmar is een gezellig dorpje met een prachtige ligging midden het natuurpark en met een goede busverbinding of via een fietspad naar Valencia. Jammer dat het in het drukke toeristisch seizoen overspoeld wordt door eendagstoeristen. Langs een klein kanaaltje vind je verschillende arroceria’s waar je een lekkere paella kunt eten. Langs het water en in het dorp zie je nog enkele authentieke barraca’s, witte huizen met hun rieten daken die erkend zijn als lokaal erfgoed.
Tekst en foto’s: Herman Taelman
